Wat is het?
Traanvocht heeft als belangrijkste functie het oog vochtig te houden. Bij elke knipperslag wordt het traanvocht in een dun, gelijkmatig laagje over het oog verdeeld. Dit dunne laagje is de traanfilm en dient om het oog glad te houden en te beschermen tegen uitdroging.
Traanvocht bestaat uit drie bestanddelen; waterige vloeistof (met eiwitten en zouten), een olie-achtig laagje en een laagje slijm. De traanklier produceert de waterige vloeistof, de slijmlaag wordt door het slijmvlies op het oogwit geproduceerd en het olie-achtige laagje wordt geproduceerd door kliertjes in de ooglidranden. Deze 3 bestanddelen moeten in de juiste verhouding zijn om te zorgen dat er een stabiele laag traanvocht op het oog blijft. Deze laag heet de traanfilm.
De geproduceerde tranen worden afgevoerd door twee traanpunten. Het traanvocht wordt door de knipperactie van de oogleden als het ware ingepompt. Door 2 kleine kanaaltjes komen de tranen in de traanzak en daarna via het traanneuskanaal in de neus.
Oorzaken
Voor een optimale bevochtiging van het oog en een goede afvoer van het traanvocht zijn een goede traanproductie, een stabiele traanfilm, een goede pompfunctie van de oogleden en een goed werkend afvoersysteem nodig. Indien één of meerdere factoren uit evenwicht is, kan dit voor tranende ogen zorgen.
Er zijn 2 hoofdoorzaken voor tranende ogen; een niet werkende traanafvoer of een (tijdelijke) overproductie van tranen. Een combinatie van deze 2 oorzaken komt vaak voor.
Niet werkende traanafvoer:
Reflextranen / overproductie van tranen:
Symptomen
Afhankelijk van de oorzaak van de klachten kunnen de symptomen wisselen.
Bij een verstoorde pompfunctie of een afwijking in het afvoersysteem lopen de tranen vrijwel continu over de wangen, zowel binnen als buiten.
Bij een verstoorde traanproductie of traanfilmkwaliteit zijn de klachten veel wisselender. Het tranen komt vaak met vlagen voor bijv. buiten met wind/kou of bij ingespannen kijken (TV, computer, boek/krant lezen). Hierbij hebben veel mensen ook last van rode en geïrriteerde ogen. Doordat er veel traanfilm niet stabiel is, kan de gezichtsscherpte wisselend of verminderd zijn.
Mogelijke behandelingen
Niet werkende traanafvoer:
Dit is te verhelpen als bekend is waar de afwijking zich bevindt. De doorgankelijkheid van het traanwegsysteem wordt gemeten met een Aneltest. Hierbij wordt met een stompe naald water door het onderste traanpunt gespoten. Wanneer het water in de keel komt, zijn de traanwegen open, wanneer het water niet in de keel komt zijn de traanwegen verstopt. Soms is de doorgankelijkheid minder dan normaal, er is dan sprake van een vernauwing die ook tot tranende ogen kan leiden. Als niet duidelijk wordt waar de verstopping zich bevindt, kan een röntgenonderzoek plaatsvinden (dacryocystogram of DCG). Hierbij wordt met een contrastmiddel een foto gemaakt en wordt de exacte plaats van de verstopping goed zichtbaar.
Wanneer alleen het traanpuntje vernauwd is, kan dit wijder gemaakt worden met een 3-snip procedure. Dit is een kleine ingreep waarbij het traanpuntje iets wijder wordt gemaakt.
Een afstaande traanpunt door een afstaand onderooglid of een slap onderooglid kan verholpen worden door middel van een ectropioncorrectie. Dit is een relatief kleine ingreep onder lokale verdoving.
Zit de verstopping in de traanzak of het traanneuskanaal dan wordt eerst geprobeerd onder narcose om dit doorgankelijk te maken. Hierna wordt een siliconenslangetje achter gelaten om het geopende afvoerkanaal open te houden.
Als dit niet lukt kan met een DCR-operatie (dacryocystorhinostomie) een verbinding van de traanzak met de neus worden gemaakt (zie de folder ‘Dacryocystorhinostomie’). Dit is een operatie die onder algehele narcose wordt uitgevoerd.
Als de kleine traankanaaltjes naar de neus verstopt zijn is het mogelijk om met een glazen buisje (buis van Jones) een verbinding te maken van de ooghoek naar de traanzak. Ook deze ingreep wordt onder narcose uitgevoerd.
Reflextranen / overproductie van tranen:
De behandeling is gericht op het wegnemen van de oorzaak van de irritatie. Omdat dit soms een chronische oorzaak heeft is dit (droge ogen, blepharitis) is dit niet altijd mogelijk. In dat geval wordt geprobeerd om de klachten zoveel mogelijk te verlichten.
Meestal bestaat de behandeling uit kunsttranen en het poetsen van de ooglidranden (zie folder Blepharitis).
Welke resultaten kunt u verwachten van de behandeling?
Of uw klachten volledig zullen verdwijnen hangt af van de oorzaak. Een verstopte traanafvoer is meestal beter te verhelpen dan reflextranen. Indien de irritatie volledig kan worden weggenomen, zullen de klachten ook geheel verdwijnen. Vaak zien we echter dat dit niet geheel lukt. Het is dus niet altijd mogelijk een tranend oog te verhelpen.
Mogelijke complicaties
Na het inbrengen van oogdruppels en/of de zalf kan het zicht tijdelijk verminderd zijn (zie bijsluiter in de verpakking).
Als er een operatie wordt verricht is er altijd kans op bijwerkingen. Hoe ingrijpender de ingreep, hoe groter de kans op bijwerkingen. Een 3-snip procedure en een ectropioncorrectie geven soms een bloeduitstorting of een geringe nabloeding. De bijwerkingen van de ingrijpender operaties zoals een DCR worden in een aparte folder besproken.
Niet alle informatie in deze folder is noodzakelijk op u van toepassing. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan aan uw oogarts, optometrist of orthoptist.