Aandoening/behandeling van A t/m Z

Aandoening/behandeling van A t/m Z

“Mijn Oogcentrum” is uw persoonlijke en beveiligde patiëntenportaal binnen de website van Oogcentrum Noordholland. In deze digitale omgeving heeft u altijd inzage in uw afspraken, uw onderzoeksuitslagen, brieven en de voor u relevante folders.   

Alfabetisch overzicht

Wat is Cornea erosie?

Het hoornvlies is het doorzichtige, voorste deel van het oog, waardoor het licht het oog binnenkomt. Dit deel ligt voor de iris. Het buitenste deel van het hoornvlies is bedekt met een dun laagje, het epitheel. Een cornea erosie is een beschadiging van het epitheel van het hoornvlies.

Oorzaak

De oorzaak kan divers zijn. Over het algemeen is er iets in het oog gekomen wat de erosie heeft veroorzaakt. Voorbeelden hiervan zijn: een nagel, een takje, zand of een ander “vreemd voorwerp”. Soms kan een erosie ontstaan bij dragen van contactlenzen of na hard in het oog wrijven.

Symptomen

Omdat in het hoornvlies veel zenuwen lopen is zo’n erosie zeer pijnlijk, vooral bij knipperen. Daarbij kunt u last hebben van roodheid, tranen en lichtschuwheid. Ook kan de gezichtsscherpte van het oog verminderd zijn. Vaak vindt men het prettig het oog gesloten te houden en een zonnebril te dragen.

Mogelijke behandeling

De cornea erosie wordt behandeld met een antibiotische oogzalf. Meestal wordt er een oogverband aangelegd, om knipperen te voorkomen. De volgende dag mag u het oogverband verwijderen maar u blijft de zalf gedurende enkele dagen tot een week te gebruiken, volgens voorschrift van uw oogarts. Soms wordt er, bij een terugkerende erosie, gekozen voor een bandagelens. Dit is een zachte contactlens die als verband dient. Op beide manieren krijgt het oog rust, waardoor het hoornvlies over het algemeen het snelst geneest.

Voor het onderzoek worden vaak verdovende druppels gegeven, maar deze zijn niet geschikt als behandeling. Bij herhaaldelijk gebruik werken ze de genezing juist tegen. Tegen de pijn kunt u het best gangbare pijnmedicatie als paracetamol gebruiken.
In de meeste gevallen is een verdere controle niet nodig, het kan echter zo zijn dat de oogarts u toch nog een keer terug wil zien.

Welke resultaten kunt u verwachten van uw behandeling

In de meeste gevallen is het hoornvlies binnen een week genezen. Soms kan het voorkomen dat een erosie spontaan terugkomt.

Mogelijke complicaties

Na het indruppelen van oogdruppels en/of zalf kan het zicht tijdelijk verminderd zijn (zie bijsluiter in de verpakking).
Over het algemeen is er een kleine kans op bijwerkingen. Er bestaan echter ook medicijnen met een grotere kans op bijwerkingen. Lees daarom altijd goed de bijsluiter.

Bij het gebruik van oogdruppels kan de kans op lichamelijke (systemische) bijwerkingen aanzienlijk worden verminderd door het dichtdrukken van de traanbuis na het druppelen. Hierdoor vloeit er minder oogdruppelvloeistof af naar de neus- en keelholte, zodat er minder werkzame stof wordt ingeslikt. De kans op bijwerkingen wordt gewoonlijk groter bij hogere doseringen.

Wanneer er tijdens het gebruik van een medicijn effecten optreden die u niet kent, verwacht of vreemd vindt, kan dat wijzen op: (1) een bijwerking, (2) een wisselwerking van dit medicijn met een ander medicijn, (3) overgevoeligheid of (4) een allergische reactie. Neemt u in dat geval contact met ons op.

Bij bacteriële ingroei kan het hoornvlies ernstig geïnfecteerd raken. Aan de buitenkant is dan een witte vlek (een ulcus) op het hoornvlies zichtbaar. Het oog produceert daarbij veel afscheiding als gelig slijm en tranen. Wanneer uw klachten niet binnen een week na behandeling verminderen of wanneer u twijfelt over het effect van de behandeling, neemt u dan contact met ons op.

Instructies voor thuis voorafgaand aan de behandeling

Geen.

Instructies voor begeleiding, opvang en vervoer

Met een zalfverband op uw oog mag u niet zelf autorijden. Tevens kan het zien van diepte verminderd zijn.

Instructies voor thuis na de behandeling

Wrijven in het oog kan het genezingsproces vertragen, opnieuw pijn veroorzaken en een nieuwe behandeling met zalf en/of verband nodig maken. Voor het aanbrengen van de zalf, dient u de handen te wassen en goed te drogen.

Niet alle informatie in deze folder is noodzakelijk op u van toepassing. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan aan uw oogarts, optometrist of orthoptist.


Oogcentrum Noordholland vertelt u graag meer

Bekijk onderstaande video om goed voorbereid naar Oogcentrum Noordholland te gaan. Heeft u vragen naar aanleiding van deze informatie belt u ons dan gerust. De medewerkers van Oogcentrum Noordholland staan voor u klaar en geven u deskundig antwoord op uw vragen.


Oogcentrum Noordholland
Gildestraat 10
1704 AG Heerhugowaard

Telefoonnummer: 088-9191800
E-mail adres: info@oogcentrumnoordholland.nl

Openingstijden:
ma-vr 8.00-16.30 uur

Voor spoed zijn wij 24 uur bereikbaar 088-9191800


Meer informatie?

Neem contact op.

Klantervaringen:
Bekijk hier onze reviews

Wat is Conjunctivitis?

Conjunctivitis is een medische term voor een bindvliesontsteking van het oog. Het is de meest voorkomende oorzaak van een rood oog. Het oogwit wordt bedekt met een dun laagje slijmvlies (de conjunctiva) dat veel bloedvaatjes bevat. Bij irritatie zetten deze vaatjes uit waardoor het oog rood wordt.

Oorzaken

De meest voorkomende oorzaak is een bacterie of virus. Een bacteriële en virale conjunctivitis zijn besmettelijk. Het is daarom aan te bevelen de handen goed te wassen na contact met het oog en geen handdoeken of zakdoeken over en weer te gebruiken.
Een allergische conjunctivitis kan verschillende oorzaken hebben, zoals hooikoorts of graspollen, maar ook oogdruppels of contactlenzen of binnenhuisallergenen kunnen bindvliesontsteking veroorzaken. De klachten kunnen intermitterend optreden of vrijwel continu aanwezig zijn en kunnen sterk variëren in intensiteit. Doorgaans treden de verschijnselen dubbelzijdig op, maar niet altijd symmetrisch.

Ook het ‘droge ogen’ syndroom (zie de folder ‘Droge ogen’) of een ooglidrandontsteking (zie de folder ‘Blepharitis’) kunnen voor rode ogen zorgen. Doordat bij deze aandoeningen de samenstelling van de traanfilm niet voldoende is, kunt u sneller een ontsteking van het slijmvlies oplopen.

Symptomen

Bacteriële conjunctivitis
Er zijn meerdere soorten bacteriën die een ontsteking kunnen veroorzaken. Hierbij benoemen we de meest voorkomende ontstekingen:

  • Acute bacteriële conjunctivitis: deze komt het meest voor. Het begint meestal met acute roodheid, branderige ogen, geelgroene afscheiding en in de morgen dichtgeplakte oogleden.
    Vaak zijn beide ogen aangedaan.
  • Chlamydia conjunctivitis: dit is een infectie van het oog en de geslachtsorganen bij volwassenen. De bacterie verspreidt zich van de geslachtsorganen naar het oog, hoewel een verspreiding van oog naar oog soms ook mogelijk is (10%). De klachten kunnen bestaan uit een- of tweezijdige roodheid, een waterige, slijm- of pusachtige afscheiding, zwelling in het slijmvlies, opgezette lymfeklieren en soms een hoornvliesontsteking.
  • Ophthalmia neonatorum: deze neonatale conjunctivitis ontwikkelt zich binnen twee weken na de geboorte door verspreiding van de bacterie van moeder naar kind tijdens de bevalling. De oogafwijking gaat gepaard met tweezijdige ooglidzwelling, een pusachtige (soms bloederige) afscheiding en zwelling van het slijmvlies.

Virale conjunctivitis
Virussen zijn in het algemeen de oorzaak van het bekende ‘rode oog’. Deze vorm gaat meestal gepaard met keelpijn en een loopneus, zoals bij verkoudheid of een griep. Vaak houden deze verschijnselen één tot twee weken aan. De meeste virale ontstekingen van de conjunctiva veroorzaken een slijmachtige, waterige afscheiding en kunnen een verminderde gezichtsscherpte geven.

Allergische conjunctivitis
Deze geeft meestal een waterige afscheiding en wisselend matige tot hevige roodheid.

’Droge ogen’ syndroom
Het ‘droge ogen’ syndroom geeft pijnlijke, rode slijmvliezen, soms met wat lichtschuwheid en heftige tranenvloed als gevolg van irritatie (zie de folder ‘Droge ogen’).

Blepharitis
Een ooglidrandontsteking geeft naast rode en tranende ogen soms ook het gevoel dat de oogleden aan elkaar geplakt zitten (zie de folder ‘Blepharitits’).

Mogelijke behandelingen

Een bacteriële conjunctivitis geneest in 60% van de gevallen, zonder behandeling, binnen vijf dagen. Vaak wordt een antibioticum in de vorm van druppels en soms een zalf voorgeschreven om het herstel te bespoedigen en de klachten te verminderen. Volg hierbij de instructies van uw arts.

Als er vermoeden van chlamydia is als oorzaak van de conjunctivitis, zal er een kweek worden genomen van de afscheiding uit het oog. Hiervoor wordt dan voorzichtig met een wattenstaafje langs het bindvlies gestreken. Bij een conjunctivitis als gevolg van chlamydia wordt u vervolgens doorverwezen naar een huisarts of dermatoloog voor verdere behandeling.

Bij een virale conjunctivitis hebben antibiotica geen effect. Soms is het nodig om met ontstekingsremmende medicijnen te druppelen. Volg hierbij de instructies van uw arts.
Een allergische conjunctivitis kan worden behandeld met druppels die specifiek tegen een allergie in het oog werkzaam zijn. Indien de allergie door contactlenzen wordt veroorzaakt,
zal het advies zijn om de contactlenzen enkele weken uit te laten en een bril te dragen. Volg hierbij de instructies van uw arts. Soms kan het nodig zijn om langdurig met kunsttranen te druppelen totdat de slijmvliezen weer optimaal functioneren.
Indien er sprake is van het ‘droge ogen’ syndroom kan ook worden gekozen voor behandeling met ‘kunsttranen’. Er zijn vele soorten druppels, gels en zalven in de handel die de verschijnselen van droge ogen helpen verzachten.
Bij blepharitis is het raadzaam de oogleden goed schoon te maken. (zie folder blepharitis) Daarbij kan er voor worden gekozen om u oogdruppels, -gel of -zalf voor te schrijven.

Welke resultaten kunt u verwachten van de behandeling?

Of uw klachten volledig verdwijnen hangt af van de oorzaak van de conjunctivitis. Een goede hygiëne is belangrijk voor vermindering van de klachten.

Mogelijke complicaties

Na het indruppelen van oogdruppels en/of zalf kan het zicht tijdelijk verminderd zijn.
Over het algemeen is er een kleine kans op bijwerkingen. Er bestaan echter ook medicijnen met een grotere kans op bijwerkingen. Lees daarom altijd goed de bijsluiter.
Bij het gebruik van oogdruppels kan de kans op lichamelijke (systemische) bijwerkingen aanzienlijk worden verminderd door het dichtdrukken van de traanbuis na het druppelen. Hierdoor vloeit er minder oogdruppelvloeistof af naar de neus- en keelholte, zodat er minder werkzame stof wordt ingeslikt. De kans op bijwerkingen wordt gewoonlijk groter bij hogere doseringen.
Wanneer er tijdens het gebruik van een medicijn effecten optreden die u niet kent, verwacht of vreemd vindt, kan dat wijzen op: (1) een bijwerking, (2) een wisselwerking van dit medicijn met een ander medicijn, (3) overgevoeligheid of (4) een allergische reactie. Neemt u in dat geval contact met ons op.

Instructies voor thuis voorafgaand aan de behandeling

Geen.

Instructies voor begeleiding, opvang en vervoer

Geen.

Instructies voor thuis na de behandeling

Een bacteriële en virale conjunctivitis zijn besmettelijk. Het is daarom aan te bevelen de handen goed te wassen na contact met het oog en geen handdoeken of zakdoeken over en weer te gebruiken.

Niet alle informatie in deze folder is noodzakelijk op u van toepassing. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan aan uw oogarts, optometrist of orthoptist.


Oogcentrum Noordholland vertelt u graag meer

Bekijk onderstaande video om goed voorbereid naar Oogcentrum Noordholland te gaan. Heeft u vragen naar aanleiding van deze informatie belt u ons dan gerust. De medewerkers van Oogcentrum Noordholland staan voor u klaar en geven u deskundig antwoord op uw vragen.


Oogcentrum Noordholland
Gildestraat 10
1704 AG Heerhugowaard

Telefoonnummer: 088-9191800
E-mail adres: info@oogcentrumnoordholland.nl

Openingstijden:
ma-vr 8.00-16.30 uur

Voor spoed zijn wij 24 uur bereikbaar 088-9191800


Meer informatie?

Neem contact op.

Klantervaringen:
Bekijk hier onze reviews

Wat is Cataract / Staar?

Cataract / Staar is het troebel worden van de lens in het oog. Vlak achter de pupil zit de ooglens. Deze lens, die onder normale omstandigheden helder en doorzichtig is, zorgt voor het scherp weergeven van de beelden op het netvlies. Wanneer de lens troebel wordt (bij cataract / staar), worden de lichtstralen niet goed doorgegeven en gaat u waziger zien.

 

 

Oorzaken van staar / cataract

Er zijn verschillende vormen van staar, de meest voorkomende vorm is de ouderdomsstaar. Ouderdomsstaar is een “normaal” verouderingsproces, net als het krijgen van rimpels. Staar kan ook aangeboren zijn Soms ontstaat het door een ongeval, een ontsteking van het oog, door bepaalde medicijnen of na een inwendige oogoperatie.

 

Klachten bij staar / cataract

De leeftijd waarop mensen klachten gaan krijgen, kan heel verschillend zijn. Of u het merkt, hangt ervan af op welke plek in de ooglens de vertroebeling zich ontwikkelt en hoe groot die vertroebeling is. Zit de troebele plek in het midden van de lens of daar vlak bij, dan krijgt u al snel klachten. U gaat bijvoorbeeld wazig zien, dubbelzien met één oog, schaduwen om letters heen zien, u kunt kleuren doffer zien of u krijgt last van licht of schitteringen. Als u binnen korte tijd opeens veel sterkere brillenglazen nodig heeft, kan dat ook duiden op staar. Sterkere brillenglazen kunnen het zicht op den duur niet meer verbeteren.

 

Behandeling van staar / cataract

De enige manier om staar / cataract te behandelen is een operatie, waarbij de eigen lens verwijderd wordt en een heldere kunstlens wordt geplaatst. Staar wordt nooit vanzelf minder en er zijn geen medicijnen tegen. Uw gezichtsvermogen gaat meestal langzaam achteruit. Wanneer het zicht u zodanig hindert, dat u uw dagelijkse bezigheden niet meer kunt uitvoeren, kan een staaroperatie zinvol zijn. Een staaroperatie kan uw zicht in de meeste gevallen weer verbeteren.

 

Kwaliteitsmeting

Binnen het Oogcentrum staat kwaliteit hoog in het vaandel. Daarbij is het belangrijk te weten hoe u het resultaat van de operatie zelf ervaart. Om dit in kaart te brengen, stellen we u tijdens het bezoek een aantal vragen over uw kwaliteit van leven voor de operatie. Drie maanden na de operatie wordt deze enquête opnieuw afgenomen.

 

Lenskeuze

Om de sterkte van de kunstlens te bepalen, wordt een lensmeting (biometrie) uitgevoerd. Hierbij wordt de ooglengte en de kromming van het hoornvlies opgemeten. Deze metingen worden gebruikt om de sterkte van de kunstlens te bepalen. Deze meting duurt 5 à 10 minuten en is pijnloos.

Let op: contactlenzen hebben invloed op de vorm van het hoornvlies.

  • Als u harde contactlenzen draagt, mag u deze 4 weken voorafgaand aan het onderzoek en op de dag dat het onderzoek plaatsvindt niet dragen
  • Draagt u zachte contactlenzen dan mag u deze 2 weken voorafgaand aan het onderzoek en op de dag dat het onderzoek plaatsvindt niet dragen

Voor de keuze van de lenssterkte is het van belang te weten op welke afstand u het scherpst wil kunnen zien na de operatie. De meeste mensen kiezen voor scherp zicht op afstand. Bij standaard kunstlenzen is het zicht slechts op één afstand scherp, voor de andere afstanden heeft u een bril nodig.

  • Kiest u voor scherp zicht in de verte dan heeft u voor beeldschermwerk en lezen/dichtbij werk een aparte bril nodig
  • Kiest u voor scherp zicht op leesafstand dan heeft u voor veraf en voor de beeldschermafstand een bril nodig
  • Kiest u voor een scherp zicht op beeldschermafstand dan kunt veel dingen zonder bril doen, maar heeft u voor scherp zicht zowel voor veraf en dichtbij een bril nodig.

U kunt er ook voor kiezen om na de staaroperatie multifocale glazen in uw bril te laten slijpen en op alle afstanden scherp te zien met één bril.

Naast een standaard kunstlens kunt u eventueel ook kiezen voor een multifocale kunstlens (zie voor verdere informatie de folder ´premium kunstlenzen´). Zo ziet u in de verte scherp zonder bril en kunt u bij goede verlichting zonder leesbril lezen. Dit type lens heeft wel specifieke bijwerkingen, zoals het zien van ringen rond lichtbronnen en verstrooiing van licht. Dit type lens wordt niet (volledig) vergoed door de zorgverzekeraar.

Als er een hoge cilinder in uw bril zit of tijdens de lensmeting naar voren komt, kunt u kiezen voor een kunstlens die deze cilinder corrigeert (zie voor verdere informatie de folder ´premium kunstlenzen´).

Bij cilinderafwijkingen is op alle afstanden een bril nodig om de cilinderafwijking te corrigeren. Een cilinder wordt veroorzaakt doordat het hoornvlies meer ovaal is in plaats van rond. Door de cilinder te corrigeren, krijgt u een zuiverder beeld en bent u minder afhankelijk van een bril voor veraf. Wel zult u net als bij een standaard lens een leesbril voor dichtbij werk nodig hebben. Zo’n speciale lens (een torische kunstlens) wordt niet (volledig) vergoed door de zorgverzekering.

Mocht u voor een speciale (premium) kunstlens in aanmerking willen komen, wordt na het bezoek aan de oogarts een afspraak gemaakt op het premiumlens spreekuur. Op dit spreekuur worden er verdere metingen uitgevoerd en met u besproken of u geschikt bent voor een van deze lenzen.

 

Voorlichting

Na het bezoek aan de oogarts krijgt u voorafgaand aan uw staaroperatie persoonlijke voorlichting, waarbij de belangrijkste informatie over staar en de staaroperatie, zoals ook beschreven in deze folder, besproken wordt. Daarnaast vragen wij u een gezondheidsvragenlijst in te vullen. Met deze gezondheidsvragenlijst wordt beoordeeld of uw huidige gezondheidstoestand en/of uw medische voorgeschiedenis het toelaat om in het Oogcentrum Noordholland geopereerd te worden. Soms is hier aanvullend onderzoek voor nodig en wordt u uitgenodigd voor een preoperatief spreekuur. Mocht u afgekeurd worden voor een operatie in ons centrum, dan verwijzen wij u naar een ziekenhuis.

Als er na uw laatste bezoek aan het Oogcentrum wijzigingen in uw gezondheidstoestand zijn, geef deze dan door aan de medewerkers van Oogcentrum Noordholland.

 

De staaroperatie

Bij een staaroperatie wordt de troebele lens vervangen door een heldere kunstlens. De oogarts maakt aan de rand van het hoornvlies enkele kleine sneetjes om bij de lens te komen. Het lenszakje wordt opengemaakt, de lens wordt in stukjes gebroken en opgegeten door middel van zogenaamde phaco-emsulsifcatie. Het lenszakje wordt daarna schoongemaakt waarna de kunstlens wordt geplaatst. De wondjes hoeven meestal niet gehecht te worden. De staaroperatie duurt ongeveer 20 minuten.

De oogarts opereert altijd maar één oog per operatie. Wanneer u aan twee ogen geopereerd moet worden, zal er tussen de operatie van het eerste oog en die van het tweede oog een periode van ongeveer 4 weken liggen.

Een staaroperatie vindt meestal plaats onder plaatselijke verdoving; bij uitzondering kan dit onder algehele verdoving (narcose). In overleg met u wordt een keuze gemaakt welke verdoving voor u het meest geschikt is. Uw algemene gezondheidstoestand is hierbij van belang. Meestal wordt voor plaatselijke verdoving gekozen met verdovende oogdruppels. Bij druppelverdoving kunt u blijven zien en uw oog bewegen. Ook houdt u gevoel in de huid en de oogleden. U voelt echter geen pijn.

Tijdens de operatie onder plaatselijke verdoving moet minimaal 20 minuten rustig op uw rug onder een doek kunnen liggen. Kunt u niet plat liggen of heeft u ernstig last van claustrofobie, bespreek dit dan met de oogarts.

Tijdens de ingreep wordt uw oog opengehouden door een ooglidspreider. Mocht u de neiging krijgen te bewegen, niezen of te hoesten, geef dit dan aan. De oogarts onderbreek de operatie dan even.

Na afloop krijgt u zalf in het geopereerde oog en een oogkapje voor. Na de ingreep mag u, als u zich goed voelt, direct weer naar huis.

 

Welke resultaten kunt u verwachten van de behandeling?

Een staaroperatie kan uw gezichtsvermogen vrijwel volledig herstellen, mits uw oog verder gezond is. Als er sprake is van een beperkte verwachting, zal de oogarts dit zoveel mogelijk vooraf met u bespreken.

In sommige gevallen kan het zijn dat bepaalde afwijkingen op het netvlies niet zichtbaar zijn doordat de staar het zicht hierop belemmert. Het is daardoor mogelijk dat het zicht na de staaroperatie toch iets achterblijft en dat bepaalde netvliesafwijkingen pas na de ingreep zichtbaar worden.

Na de staaroperatie kan het zijn dat kleuren anders worden waargenomen. Of dat kleurverschil tussen het geopereerde en niet geopereerde oog worden opgemerkt. Ook kan op korte of lange termijn na de staaroperatie nastaar ontstaan. Nastaar is vertroebeling van het achterkapsel van het lenszakje waar de nieuwe kunstlens in is geplaatst. Dit geeft vaak dezelfde klachten als voor de staaroperatie. Dit kan behandeld worden door een laserbehandeling en komt daarna niet meer terug.

 

Mogelijke complicaties

Een staaroperatie is één van de veiligste operaties. Bij 98 procent van de patiënten verlopen operatie en herstel zonder problemen. Toch kunnen er, zoals bij iedere medische ingreep, tijdens en na de operatie, complicaties optreden. De belangrijkste noemen we hier.

Tijdens de operatie:

  • Scheurtje in het lenskapsel

Het lenskapsel is het zakje om de ooglens heen. Tijdens de operatie kan er ongewenst een scheur in het lenskapsel ontstaan. Dit kan tot gevolg hebben dat de ingreep wat langer duurt omdat er vrijgekomen glasvocht opgeruimd moet worden en een ander soort kunstlens moet worden geplaatst. In sommige situaties kan er besloten worden om de kunstlens in een later stadium te plaatsen, waardoor er een aanvullende operatie nodig is.

  • Bloeding

Wat zeer zeldzaam is, maar met mogelijk ernstige gevolgen voor het oog, is dat tijdens de operatie een bloeding ontstaat in het vaatvlies rondom het oog.

Na de operatie:

  • Infectie

Een ernstige complicatie na de operatie die het zicht blijvend kan verminderen, is een infectie van het oog door een bacterie. Dit wordt een endofthalmitis genoemd. De kans hierop is erg klein, maar het is niet helemaal uit te sluiten. Een infectie ontstaat meestal 2 dagen tot 6 weken na de ingreep. Deze infectie is, mits tijdig ontdekt, te behandelen met antibiotica en ontstekingsremmers en soms een operatie.

Wanneer er sprake is van een zeer rood, pijnlijk oog of plotseling verminderd zicht in de eerste periode na de operatie, neem dan direct contact met ons op.

  • Macula-oedeem (vocht in het netvlies)

Na de staaroperatie kan er vochtophoping ontstaan in het netvlies. Deze vochtophoping zorgt ervoor dat het zicht na de staaroperatie niet helder wordt of weer verslechterd. Dit kan meestal goed worden behandeld met extra oogdruppels. Soms is aanvullende behandeling met tabletten of ooginjecties nodig.

  • Cornea decompensatie (vocht in het hoornvlies)

Het hoornvlies (de cornea) is het doorzichtige weefsel aan de voorkant van het oog. Aan de binnenzijde van het hoornvlies zit een laag cellen, het endotheel, die ervoor zorgt dat het hoornvlies helder blijft. Als het endotheel onvoldoende werkt zal het hoornvlies wazig worden. Bij een staaroperatie verlies je altijd wat endotheelcellen. Dit is meestal geen probleem en het hoornvlies blijft helder. Soms duurt het wat langer (enkele weken) voordat hoornvlies weer helder wordt. In zeldzame gevallen, meestal als er vooraf al minder endotheelcellen aanwezig waren (bij zogenaamde Fuchse endotheeldystrofie), wordt het hoornvlies niet goed helder en zal uiteindelijk, wanneer het zicht laag is, een hoornvliestransplantatie kunnen plaatsvinden.

  • Netvliesloslating

Door natuurlijke veranderingen in het glasvocht kan na de operatie eerder een gaatje in het netvlies ontstaan, waardoor vocht onder het netvlies komt met als gevolg een netvliesloslating. Bijziende ogen hebben van nature een verhoogd risico hierop. Dit verhoogde risico blijft ook na de operatie bestaan.

Wanneer er plotseling flitsen en/of veel vlekken worden waargenomen die er direct na de operatie niet waren, of u mist een hap uit het gezichtsveld, neem dan direct contact met ons op.

Andere bijkomstigheden:

  • Voorste oogkamer prikkeling

Na de operatie krijgt u druppels om de normale ontstekingsreactie te onderdrukken. Bij de controle kan het zijn dat het oog nog niet volledig tot rust is gekomen. Vaak heeft u daar geen last van of er zijn klachten van roodheid, lichtgevoeligheid of nog niet optimaal kunnen zien. In dit geval moet vaak wat langer of meer oogdruppels gebruiken.

  • Refractive surprise

Voor de operatie spreken we met u af op welke brilsterkte we richten na de operatie. Het is echter mogelijk dat u ondanks de juiste metingen en een goed verlopen operatie toch op een andere sterkte uitkomt. Dit heet een refractive surprise. We zullen dan in overleg met u de verschillende mogelijkheden bekijken om alsnog tot de gewenste brilsterkte te komen.

  • Ptosis (hangend ooglid)

Tijdens de operatie wordt een ooglidspreider gebruikt. Deze zorgt ervoor dat uw oog goed openblijft tijdens de ingreep. De ooglidspreider kan een verzwakking van de hefspier van het bovenste ooglid veroorzaken, waardoor een geringe ptosis (hangend ooglid) ontstaat. Mocht dit storend blijven dan is dit alleen te verhelpen door een ooglidoperatie.

  • Droge ogen

Door de operatie zelf en door de ontstekingsremmende druppels kan het oogoppervlak (het hoornvlies) wat droger worden. Zeker bij als u bekend bent met droge ogen voor de operatie komt dit vaker voor.

  • Hoge oogdruk

Door de operatie en/of reactie op de onstekingsremmende druppels kan de oogdruk, vaak tijdelijk, verhoogd zijn. Indien worden hiervoor extra oogdrukverlagende druppels voor gegeven.

Over het algemeen zijn bovengenoemde problemen uiteindelijk goed te verhelpen en leiden zij zelden tot een minder gezichtsvermogen dan voor de operatie. Al met al vormen deze mogelijke complicaties geen reden om van de operatie af te zien. Zonder operatie wordt het zicht door staar uiteindelijk zeer slecht. 

 

Instructies voor thuis voorafgaand aan de behandeling

Op de dag van de operatie vragen wij u makkelijke en schone kleding aan te trekken, deze houdt u aan tijdens de operatie. U mag op de dag van operatie geen oogmake-up, gezichtscrème en nagellak op doen en geen sieraden dragen. Als u een hoortoestel draagt aan de kant van het oog dat wordt geopereerd, dan moet u dit uitdoen. In het Oogcentrum zijn kluisjes aanwezig.

U kunt voor de operatie gewoon eten en drinken. Uw medicijnen, waaronder  bloedverdunners en oogdruppels, neemt u in zoals u gewend bent. Eventuele uitzonderingen worden door oogarts vooraf met u besproken. Bij de operatie onder narcose gaat, krijgt u verdere instructie van de anesthesist.

 

Instructies voor begeleiding, opvang en vervoer

Het is verstandig iemand mee te nemen om u te begeleiden. Na de behandeling ziet u met het behandelde oog erg wazig en kunt u moeite hebben met diepte zien. U mag zelf niet autorijden. Uw begeleider kan tijdens de operatie in het Oogcentrum wachten. Er kan ook gekozen worden dat uw begeleider wordt gebeld zodra de operatie klaar is.

 

Instructies voor thuis na de behandeling

Bij thuiskomst na de staaroperatie laat u het oog kapje tot de volgende morgen zitten.

Daarna draagt u het kapje wanneer u gaat slapen tot aan de eerste controle om wrijven in het geopereerde oog te voorkomen. Het kapje plakt u met leukopor vast.

Het oog is de eerste weken na de operatie kwetsbaar. U mag voor drie weken niet in het geopereerde oog wrijven, ook mag er geen oog make-up gebruikt worden en moet u druk op het oog zien te vermijden. U mag u haren wassen en naar de kapper gaan, maar vermijd zeep in uw oog.

Zakt u bij het bukken goed door de knieën en probeer de eerste drie weken zwaar tillen te vermijden.

Na drie weken mag u weer sporten. Wees echter voorzichtig met sprong- en contactsporten en sporten waarbij zware lichamelijke inspanning wordt vereist.

Ook balsporten adviseren wij deze periode te beperken. Zwemmen en saunabezoek raden wij tot een periode van vier weken na de operatie af. Dit vanwege bacteriën die in het oog kunnen komen.

De dag na de operatie mag u weer autorijden, mits u het weer goed kan zien. Autorijden is uw eigen verantwoordelijkheid.

Het is normaal dat u tot een paar weken na de operatie nog wazig en soms dubbel ziet. De eerste paar weken tot soms een paar maanden kunt u last hebben van een rood en prikkend oog. Ook kunt u een licht ‘zandkorrel’ gevoel ervaren. Dit herstelt in de meeste gevallen vanzelf.

 

Druppelen van het oog

Na de operatie moet uw oog gedruppeld worden. Als u denkt dat u dit zelf niet kunt, vraag dan hulp aan familie, vrienden of buren. Ook kunt u voor de operatie contact opnemen met de thuiszorg, zodat zij u de oogdruppels kunnen geven.

De ochtend na de operatie start u met de voorgeschreven oogdruppels Yellox en Dexamethason volgens onderstaand schema.  Het recept voor de oogdruppels ontvangt u met de afsprakenbrief voor de operatie.

Als er per ongeluk meer dan één druppel van hetzelfde middel in uw oog komt, is dit niet erg. Gebruik de twee verschillende soorten echter nooit direct achter elkaar. Zorg ervoor dat er minimaal 5 minuten tussen de twee soorten zit. Zo kunnen ze goed intrekken.

Na de operatie: Dexamethason 0.1% Yellox (broomfenac).
Week 1 1 druppel 4 x per dag 1 druppel 2 x per dag
Week 2 1 druppel 3 x per dag 1 druppel 2 x per dag
Week 3 1 druppel 2 x per dag 1 druppel 2 x per dag
Week 4 1 druppel 1 x per dag 1 druppel 2 x per dag

 

 

Controle

De eerste controle vindt ongeveer 3 weken na de operatie plaats. Bij deze controle zal de optometrist of de technisch oogheelkundig assistent (TOA) een oogmeting en oogdrukmeting doen. Tevens zal worden bekeken of uw oog goed hersteld is na de operatie. Na afloop krijgt u veelal een briladvies mee. De opticien doet de definitieve eindmeting, twee tot drie weken na deze controle.

 

Wanneer neemt u met spoed contact met ons op

U wordt dringend verzocht contact op te nemen bij toenemende roodheid van het oog, bij pijn en plotseling slechter zicht of forse toename van bewegende vlekken en lichtflitsen. Dit kan op werkdagen tussen 8.00 en 17.30 uur. Telefoonnummer 088-9191800.

Voor spoedgevallen buiten de werktijden en in het weekend belt u 088-9191800 en toetst u 9. Let op. De diensten worden gedeeld met de oogartsen van Het Rode Kruisziekenhuis in Beverwijk. Indien u de receptie van het Rode Kruisziekenhuis aan de telefoon krijgt, leg dan uit dat u bij ons patiënt bent. U wordt dan doorverbonden met de dienstdoende oogarts.

Niet alle informatie in deze folder is noodzakelijk op u van toepassing. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan aan uw behandelaar.

 

www.zorgkaartnederland.nl/keuzehulpen


Oogcentrum Noordholland vertelt u graag meer

Bekijk onderstaande video om goed voorbereid naar Oogcentrum Noordholland te gaan. Heeft u vragen naar aanleiding van deze informatie belt u ons dan gerust. De medewerkers van Oogcentrum Noordholland staan voor u klaar en geven u deskundig antwoord op uw vragen.


Oogcentrum Noordholland
Gildestraat 10
1704 AG Heerhugowaard

Telefoonnummer: 088-9191800
E-mail adres: info@oogcentrumnoordholland.nl

Openingstijden:
ma-vr 8.00-16.30 uur

Voor spoed zijn wij 24 uur bereikbaar 088-9191800


Meer informatie?

Neem contact op.

Klantervaringen:
Bekijk hier onze reviews

Wat is een Chalazion?

Een chalazion is een zwelling van een talgklier (kliertje van Meibom) in het ooglid. In het boven en onderooglid zitten enkele tientallen talgkliertjes, die belangrijk zijn voor de stabiliteit van de traanfilm. Door het verstopt raken van de uitvoergang kan de talg niet meer naar buiten komen en hoopt zich op in het kliertje. Er ontstaat dan een zwellling en een ontsteking van de talgklier. Dit kan leiden tot lokale pijn en roodheid. Het is een steriele ontsteking, die soms in tweede instantie geïnfecteerd kan raken (een secundaire bacteriele onsteking).

Oorzaken

Meestal is de oorzaak onbekend. Een chalazion komt vaker voor bij patiënten met rosacea (een huidaandoening) en een chronische ontsteking van de ooglidranden (zie ook onze folder over blepharitis). Het kan ook een complicatie zijn van een acute infectie van een kliertje van Meibom (hordeolum).

Symptomen

Er ontstaat een (meestal) gevoelige zwelling net boven of onder de rand van het ooglid. Het gehele ooglid kan in korte tijd rood en gezwollen raken en een ‘zandkorrel’-gevoel geven. Soms is het knobbeltje zo groot dat het bovenooglid naar beneden zakt. Ook is het mogelijk dat het chalazion op het oog drukt en het hoornvlies iets vervormd, waardoor het zicht met dat oog iets waziger is.
Een chalazion kan éénmalig voorkomen, het kan echter ook op een andere plaats in het ooglid opnieuw ontstaan.

Mogelijke behandelingen

Conventionele behandeling
Een chalazion kan spontaan verdwijnen.
Een beginnend chalazion kan behandeld worden met warme kompressen. Leg minimaal twee maal daags gedurende 15 minuten een in warm water gedrenkte schone washand op het gezwollen ooglid. Masseer het ooglid tegelijkertijd voorzichtig. Een bijkomende infectie kan met antibiotica en eventueel ontstekingsremmende oogdruppels behandeld worden.

Het chirurgisch verwijderen van een chalazion
Indien het chalazion langere tijd bestaat kan het onder plaatselijke verdoving door een sneetje in het ooglid verwijderd worden.
De ingreep vindt poliklinisch plaats en duurt ongeveer 15 minuten. U krijgt druppels om het oogoppervlak te verdoven. Vervolgens wordt het ooglid gedesinfecteerd. De tweede verdoving vindt plaats door een injectie onder de huid te geven nabij het chalazion, deze injectie kan gevoelig zijn. Het ooglid wordt met een klemmetje naar buiten gedraaid of omgeklapt (een chalazionklem). De zwelling wordt ingesneden aan de binnenzijde van het ooglid zodat het litteken uitwendig niet zichtbaar is. De inhoud van de zwelling wordt met een klein lepeltje (curet) verwijderd. Ook wordt de kapsel van de wand verwijderd om te voorkomen dat de zwelling op dezelfde plaats weer terugkomt. Soms kan een chalazion van het bovenooglid beter van de huidzijde worden benaderd. Na de ingreep wordt het oog afgeplakt met een zalfverband.

Welke resultaten kunt u verwachten van de behandeling?

Alle behandelingen hebben als doel het chalazion te laten verdwijnen en daarmee de symptomen zoals een gezwollen/pijnlijk ooglid, het ‘zandkorrel’-gevoel en het eventueel slechtere zicht te verminderen.

Mogelijke complicaties

Bij het gebruik van de warme kompressen en het masseren kan het zijn dat de huid wat schraal of droog wordt.
Na het indruppelen van oogdruppels en/of zalf kan het zicht tijdelijk verminderd zijn.
Over het algemeen is er een kleine kans op bijwerkingen. Er bestaan echter ook medicijnen met een grotere kans op bijwerkingen. Lees daarom altijd goed de bijsluiter.<

Bij het gebruik van oogdruppels kan de kans op lichamelijke (systemische) bijwerkingen aanzienlijk worden verminderd door het dichtdrukken van de traanbuis na het druppelen. Hierdoor vloeit er minder oogdruppelvloeistof af naar de neus- en keelholte, zodat er minder werkzame stof wordt ingeslikt. De kans op bijwerkingen wordt gewoonlijk groter bij hogere doseringen.

Wanneer er tijdens het gebruik van een medicijn effecten optreden die u niet kent, verwacht of vreemd vindt, kan dat wijzen op: (1) een bijwerking, (2) een wisselwerking van dit medicijn met een ander medicijn, (3) overgevoeligheid of (4) een allergische reactie. Neemt u in dat geval contact met ons op.

Instructies voorafgaand aan de behandeling

Zorg ervoor dat u geen make-up draagt op de dag van de behandeling.

Instructies voor begeleiding, opvang en vervoer

Wanneer het chalazion chirurgisch wordt verwijderd, is het verstandig iemand mee te nemen om u te begeleiden. Na de behandeling is het behandelde oog erg wazig en kunt u moeite hebben met het zien van diepte.
Mocht u met de auto komen dan is het noodzakelijk iemand mee te nemen die u naar huis kan rijden. Direct na de behandeling mag u namelijk niet zelf auto rijden.

Instructies voor thuis na de behandeling

Twee uur na de ingreep mag het zalfverband af worden gedaan en zijn er geen verdere restricties.

Niet alle informatie in deze folder is noodzakelijk op u van toepassing. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan aan uw oogarts, optometrist of orthoptist.


Oogcentrum Noordholland vertelt u graag meer

Bekijk onderstaande video om goed voorbereid naar Oogcentrum Noordholland te gaan. Heeft u vragen naar aanleiding van deze informatie belt u ons dan gerust. De medewerkers van Oogcentrum Noordholland staan voor u klaar en geven u deskundig antwoord op uw vragen.


Oogcentrum Noordholland
Gildestraat 10
1704 AG Heerhugowaard

Telefoonnummer: 088-9191800
E-mail adres: info@oogcentrumnoordholland.nl

Openingstijden:
ma-vr 8.00-16.30 uur

Voor spoed zijn wij 24 uur bereikbaar 088-9191800


Meer informatie?

Neem contact op.

Klantervaringen:
Bekijk hier onze reviews