Wat is het?
Een lui oog (amblyoop oog) is een oog waarbij het vermogen om te zien is achtergebleven tijdens de ontwikkeling in de vroege kinderjaren. Bij een lui oog is er geen aantoonbare pathologische oogafwijking aanwezig en de gezichtsscherpte is niet te corrigeren met de juiste brilsterkte. Wanneer een oog een goed gezichtsvermogen ontwikkelt, terwijl het andere oog dat niet doet, wordt het oog met de slechtere gezichtsscherpte het ‘luie oog‘ genoemd. Een lui oog kan alleen ontstaan in de periode dat het scherp zien nog in ontwikkeling is. Dit is ook de enige periode waarin een lui oog nog te behandelen is. Hoe eerder een lui oog ontdekt wordt, hoe eerder het behandeld kan worden en hoe groter de kans dat een maximale gezichtsscherpte behaald wordt.
Amblyopie / een lui oog ontstaat doordat het beeld dat in het oog binnenkomt onderdrukt wordt door de hersenen. De afwijking komt vrij vaak voor: bij 4 op de 100 kinderen. Een lui oog kan ontstaan in de baby-, peuter- en kinderleeftijd, echter niet na de basisschool leeftijd.
Oorzaken
Een amblyoop oog / lui oog kan veroorzaakt worden door verschillende factoren:
Symptomen
Een lui oog wordt bijna altijd pas ontdekt wanneer de kinderen de visustest (test om per oog de gezichtsscherpte te bepalen) doen bij het consultatiebureau. Zij zullen dan door de arts van het consultatiebureau worden doorgestuurd naar een orthoptist.
Je kunt aan de buitenkant van het oog niet zien of een kind een lui oog heeft.
Mogelijke behandelingen
Wordt het luie oog veroorzaakt door een sterkte-afwijking of een organische afwijking, dan zal deze oorzaak eerst behandeld moeten worden. In geval van een sterkte-afwijking zal de orthoptist zonodig een bril voorschrijven. In het geval van een organische afwijking van het oog zal de oogarts adviseren in de mogelijkheden van behandeling. Hierna kan worden gestart met de behandeling van het luie oog. Zoals eerder beschreven is een lui oog een achterstand in de ontwikkeling van het zien. Deze achterstand moet ook weer ingehaald worden. Afplakken van het goede oog met een oogpleister is dan de meest efficiënte behandelwijze. Een goed alternatief voor het afplakken bestaat er niet, echter er is wel een minder goede behandeling zoals het indruppelen van het goede oog met pupilverwijdende druppels. Hierdoor ziet dat oog tijdelijk wazig en moet het luie oog gebruikt worden om te kunnen zien. Niet elke vorm van een lui oog is geschikt voor deze behandeling. Door de chemische effecten van deze behandeling heeft het gebruik van een pleister altijd de voorkeur.
Het afplakken van het goede oog heeft dus als doel de ontwikkeling van de gezichtsscherpte van het ‘luie oog’ weer te stimuleren. Het heeft geen invloed op de brilafwijking en het verbetert de oogstand ook niet.
Belangrijk is om zo snel mogelijk met de behandeling te starten. Na een bepaalde leeftijd is de gezichtsscherpte namelijk niet meer te verbeteren. Afhankelijk van de oorzaak is een amblyopiebehandeling zinvol tot ongeveer 9 jaar. Hoe jonger de leeftijd waarop de behandeling wordt gestart, des te sneller zal het zicht van het luie oog verbeteren en heb je de grootste kans op volledig herstel van het zicht.
Welke resultaten kunt u verwachten van de behandeling?
Een vroegtijdig gestarte behandeling die trouw wordt uitgevoerd leidt tot de beste resultaten. Of een oog gedurende een aantal uren per dag of de hele dag moet worden afgeplakt, is onder meer afhankelijk van de leeftijd van het kind en de mate van het luie oog. Het is daarom belangrijk de instructies van de oogarts, optometrist of orthoptist nauwlettend te volgen.
Mogelijke complicaties
Er zijn geen complicaties te verwachten.
Instructies voor thuis voorafgaand aan de behandeling
Geen.
Instructies voor begeleiding, opvang en vervoer
Geen.
Instructies voor thuis na de behandeling
Geen.
Niet alle informatie in deze folder is noodzakelijk op u van toepassing. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan aan uw oogarts, optometrist of orthoptist.
Een laser is te beschouwen als een soort speciale lamp, die een heel dunne, felle en zuivere lichtstraal uitzendt. Via een microscoop kan deze lichtstraal gericht worden om in het oog een brandplekje te geven of weefsel te snijden. Er bestaan verschillende soorten lasers. Zij verschillen in kleur en sterkte van de lichtstraal. In de oogheelkunde worden vooral de Argonlaser en de YAG-laser gebruikt. Beide kennen verschillende toepassingen. De Excimer-laser (voor de behandeling van ‘brilafwijkingen’) blijft in deze folder buiten beschouwing.
U hoeft thuis geen speciale voorbereidingen te treffen. Op de polikliniek wordt de pupil meestal met oogdruppels wijd gemaakt. Daarvoor moet u tenminste een half uur voor de behandeling aanwezig zijn. Het oog wordt verdoofd door een druppel. Bij de behandeling wordt een contactlens op het hoornvlies geplaatst en vastgehouden door de oogarts. De laserstralen worden door deze lens heen gericht op de afwijking die behandeld moet worden.
Direct na de behandeling ziet men vaak minder scherp door de lichtflitsen en de oogdruppels die men heeft gehad. Zelf autorijden is dus niet mogelijk! Begeleiding, ook wanneer men met het openbaar vervoer of met de taxi is gekomen, is aan te bevelen. In geval van pijn na de behandeling kan men een pijnstiller (bijvoorbeeld paracetamol) nemen en het oog sluiten. Wanneer de pijn langer dan 12 uur duurt, wordt u verzocht contact op te nemen met uw oogarts. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan aan uw eigen oogarts.
Deze tekst is mede tot stand gekomen door het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG) www.oogheelkunde.org